30 juni 2021, de voornbereiding op de reis:

We waren een beetje beduusd. We hebben een voucher "in the pocket" voor de Trans Baikal Express van Moskou via Mongolië naar Bejing, een reis waar we nu al zo lang naar uitzien. Echter, de Russen, Mongolen en de Chinezen, willen muntjes zien en vragen vrij dure visums om toegelaten te kunnen worden tot hun grondgebied. Dat op zich is nog niet zo'n probleem, ware het niet dat ze van nature kennelijk niet zo snel zijn, want het duurt liefst 3 maanden voordat je aanvraag voor een visum is gehonoreerd! Daarbij komt dat alle drie de landen momenteel nog hartstikke op slot zijn en net zo donkerrood kleuren als de Amsterdamse wallen in hoogtijdagen.....Voorlopig zullen we die mooie reis richting het Oosten maar weer vooruit schuiven.

En dan krijg je van vrienden Kees en Lia het aanbod om hun vakantiehuisje in Frankrijk te mogen betrekken. Wat een lief, genereus aanbod! Pas nadat Frankrijk van kleur verschoot (waarschijnlijk door de uitschakeling van het nationale voetbalteam) en van corona-oranje naar corona-geel transformeerde, durfden we het aan om naar Frankrijk te gaan reizen. We zijn beiden twee keer "gepfizerd", dus zijn we goed beschermd tegen covid19. We kunnen met onze QR-code de lanen op en de paden uit!

Wat is het lang geleden dat we een dergelijke, relatief eenvoudige reis maakten. We zijn zo gewend aan het vliegen dat we ons helemaal opnieuw op een autoreis moeten oriënteren. De verzekering bellen of we wel goed verzekerd zijn, de check van de Toyota pechhulp, de ANWB check en dan ook nog een check m.b.t. de zogenaamde milieu-sticker die bij plotseling opkomende smok ook op allerlei Franse tolwegen van toepassing kan zijn. Dat laatste trek ik even na bij makker Kees, die toch regelmatig tussen de Franse druivenranken toert, maar Kees weet van niks, geen probleem, gas met die kar. Maar ja, ik behoor toch tot de meer voorzichtige vogels en wil alles optimaal georganiseerd hebben. Dus toch maar zo'n sticker aangevraagd, je weet maar nooit.....beter een sticker te veel dan een Franse gendarme aan de auto, denk ik dan maar.....
De periferique...ook een apart chapiter. Het is ook al weer een eeuwigheid geleden dat ik daar voor de laatste keer overheen trok. Nee, dat was zeker niet uit de tijd van "paard en wagen", maar toch wel uit een tijd dat het beduidend minder druk op de weg was. Maar volgens Kees ook uit een tijd dat er nog geen Tom-Tom was en die hebben we nu wel. Twee zelfs, een mobiele Tom-Tom en een Toyota navigator in de auto. Dus zullen we digitaal om de Franse hoofdstad heen toeren. 

Het vakantiehuisje heeft volgens Kees een Smart TV en dus is het mogelijk om ter plekke de Tour de France en het EK voetbal te volgen. Marjolein ook weer blij....., ook al moeten we zien dat we de aansluiting met de dongel en dat soort grappen nog voor mekaar gaan krijgen. Maar volgens Kees allemaal een fluitje van een cent. Lia heeft voor het huis een heuse gebruiksaanwijzing gemaakt. Met tot in detail informatie over gebruiksaanwijzingen voor de TV, de wasmachine, de vaatwasser, de stofzuiger en de broodbakmachine. Het meel staat volgens Lia ook al klaar. Alsof we niet van de Franse bakker houden....super, als ik er aan denk....croissantjes en stokbrood. Daarnaast heeft Lia ook al wat aanbevelingen gedaan over de lokale restaurantjes en....ach, de lieverd, wat heeft ze onze komst daar in Lignac geweldig voorbereid. Er staan zelfs twee elektrische fietsen voor ons klaar!

Tot slot.....Marjolein heeft de boodschappen in huis gehaald en zo zachtjes aan zijn alle voorbereidingen achter de rug. Ik dub nog even of ik mijn racefiets wel of niet meeneem. Het is rondom Lignac licht heuvelachtig en ik weet niet of mijn zeer gesoigneerde lichaam daar gemakkelijk omhoog te hijsen zal zijn. Aan de andere kant wil ik de Fransen daar in de regio ook weer niet de sublieme stijl van een echte Flandrien onthouden. Wat zullen ze genieten als ik daar het dorp uit demarreer richting het prachtige merengebied. Enfin, jullie zien het wel, het dromen gaat me nog steeds aardig af. Dromen over een paar prachtige weken in La Douce France! France, attention, nous arrivons...

2 juli, de reis

Om 08.30 uur staan we gepakt en gezakt klaar om de reis naar Lignac aan te pakken. Bij de bakker op het dorp slaan we nog wat koffiekoeken en eierkoeken in, dit om de inwendige mens onderweg af en toe een beetje te verwennen. Een prima start dus….

Al bij de tunnel ondervinden we echter de eerste hindernis. De slagboom weigert voor ons omhoog te gaan en na een paar keer vruchteloos voor het poortje heen en weer te zijn gereden, komt een reddende engel in een rood fluoriserend hesje ons helpen. Batterij leeg, van de t-tag uiteraard, die van mij is helemaal geladen…..Het euvel is snel verholpen natuurlijk, maar even zijn we bang dat het een voorbode van enige ellende voor de 700 kilometer lange reis is. Maar gelukkig, lang gaat het heel gezwind. In België geen probleem en ook Frankrijk rijden we zonder enige controle binnen. We hadden op zijn minst verwacht dat ze even naar onze mooi QR-code zouden kijken, maar niks van dat alles, doorrijden! Geen interesse in die Hollanders met hun internationale mooie code….

Onderweg stoppen we voor een super verse koffiekoek met een nog gloeiend hete bak koffie uit de thermoskan. We nemen ons voor om bij de volgende stop te gaan lunchen, maar als we daar eenmaal zijn, besluiten we om de lunch over te slaan! Zuinige Zeeuwen? Nee, hoor, gewoon geen trek. Marjolein ment de pk’s van onze Toyota tot een stuk voor Parijs, waarna ik het stuur weer overneem. En dan begint de ellende. Ruim 20 kilometer voor Parijs staat het verkeer even vast op de snelweg als Ajax aan de top van de eredivisie ranglijst! We schuifelen en schuifelen en sukkelen veel later dan gepland, stapvoets de periferique rondom Parijs op. Die hele toer leggen we stapvoets af. We zien de tenten van de vluchtelingen tussen de betonnen banen rondom de Franse hoofdstad staan. Het moet toch vreselijk ongezond zijn om te bivakkeren tussen de gasluchten van deze Franse wereldstad. Een van die mensen, ogenschijnlijk een Algerijn, staat aan de kant van de periferique te bedelen. De auto’s hebben de snelheid van een hele oude Parijse schildpad, dus de man kan gemakkelijk de giften incasseren. We realiseren ons dat we niet te sentimenteel moeten zijn en dat we mogelijk een oor worden aangenaaid, maar omdat we gewend zijn op iedere vakantie minstens één minder bedeeld mens te helpen, schenken we de man een voor hem aangename gift. Het is duidelijk te zien dat de man hiermee een prima dag kan noteren. Twee uur prutsen we zo in deze ijzeren mierenhoop en halen opgelucht adem als we de tolweg richting Orleans opdraaien. Vandaar gaat het vlotjes en vliegen de kilometers onder onze Japanse viervoeter voorbij. Als we na enkele honderden kilometers de snelweg weer verlaten komen we al gauw in het natuurpark “De Brenne” waar Lignac in ligt. Het wordt me al heel snel duidelijk dat ik een goede keuze heb gemaakt om mijn racefiets thuis te laten! Onze vrienden Kees en Lia hadden gezegd dat het hier redelijk plat was, maar laat ik voorzichtig zeggen dat het landschap hier niets van een pannenkoek heeft. Licht glooiend is nog de minst passende aanwijzing voor de weggetjes die we aandoen in de richting van onze verblijfplaats voor 2 weken. Als je dan weet dat ik met de restanten van mijn vijf jaar oude hernia nog niet eens met fatsoen de Zeelandbrug op kom, dan snap je dat ik content ben met het feit dat de racefiets in Zeeland op stal gelaten is. Het zijn hier soms vijf Zeelandbruggen achter elkaar met een dubbel stijgingspercentage. Ik meen zelfs te horen dat de Toyota een beetje aan het kreunen is. Oké, dat is overdreven, maar toch, ik ben tevreden dat ik straks alleen op een elektrische fiets kan kruipen die in het huisje voor ons klaar staan!

En zo komen we in Lignac, een klein dorpje waar in het centrum ons verblijf is gesitueerd. Uiteraard inspecteren we eerst de kamer, slaapkamer en douche en stellen tevreden vast dat we het hier wel gaan redden. Dat het bed slechts 1.40 meter breed is, lijkt voor de komende dagen alleen maar een voordeel.

De TV in de woonkamer doet het prima en de link met de iPad werkt optimaal. Dat betekent dat we vanavond naar België tegen Italië kunnen kijken. Wie maakt ons wat?

De buren beginnen vlak voor het avondeten nog een praatje. Ze zitten buiten, want het is hier in de avonduren nog heerlijk warm. Ik stel vast dat ik 40 jaar geleden vlotter Frans sprak dan dat ik nu doe, maar dat zal de komende dagen wel bijdraaien…..j’espère…

Vanavond maken we leuke plannen voor de komende dagen en daar gaan jullie allemaal nog veel méér van horen. A biêntot, mes Amis.

 

 

Zaterdag, 3 juli.

Het is een slechte nacht. Ik kom maar niet in slaap, ook al ben ik behoorlijk vermoeid in bed gedoken. Misschien wel té moe, nog vol van de indrukken van de lange reis. Om 02.30 uur ‘s nachts realiseer ik me dat het al heel laat is en om 06.30 uur besluit ik om er maar weer uit te kruipen. Slechts 4 uurtjes slaap, daar knap ik niet echt van op en als ik naar buiten kijk, zakt de stemming tot onder het eelt van mijn voeten. Het regent! Het regent als in Zeeland en eigenlijk nog wel erger! Ik mompel “nondegortvanpielekes”, schiet mijn schoenen aan en ga op zoek naar een bakker. In mijn hoofd repeteer ik…un baguette of une baguette? Une croissant…of is het un croissant. Met andere woorden, is het mannelijk of vrouwelijk. Ik besluit om de vorm bepalend te laten zijn voor het lidwoord. Een croissantje is dus vrouwelijk, een baguette is dan dus mannelijk. Later zou ik ontdekken dat het precies andersom is. Maar als “de boulanger” een vrouw blijkt te zijn, vraag ik me af of ze dan ook een boulangière is. Enfin, maakt geen fluit uit, ik krijg helder wat ik wil en meld me even later bij Marjolein met mijn baguette en mijn croissantjes. Ik had me ook eigenaar gemaakt van twee eclairtjes voor bij de koffie. Lekker!!! 
Eenmaal de innerlijke mens van nieuwe brandstof te hebben voorzien, trekken we de regenjas aan en gaan we op weg naar een supermarkt in Le Blanc. We vinden daar al snel wat we denken nodig te hebben, maar als ik na het afrekenen naar buiten wil stappen, trekt Marjolein aan mijn jas en ik hoor haar brommen dat er iets niet in orde is. Ze kan een bepaald bedrag niet verklaren, dus schuiven we weer naar binnen. De klachten-madame van de winkel “ontdekt” al snel dat we voor een goedkope fles wijn van 4,19 euro wat teveel hebben betaald, te weten 24,19 euro! Of je een emmer leeggooit! Uiteraard wordt er gerestitueerd. Knap wijffie, hoor, die lieverd van me!

Op weg terug naar Lignac belanden we in restaurant “Le Petit Berry”, waar we een zeer fraaie “plat du Jour” naar binnen schuiven, een driegangenmenu-dineetje met als nagerecht het lekkerste ijs dat we ooit hebben gegeten! Un mot, formidabele! Maar oei, oei, oei, wat een caloriebommen alweer. Nou ja, we zijn hier om te genieten. Het zal wel ergens goed voor zijn, al was het alleen maar voor die aerodynamische spoiler aan de voorzijde…..

Ondertussen schuift de regen weg richting het oosten en breekt de zon een beetje door. De temperatuur is heel aardig en na een bezoek aan het prachtige kasteel “Guillaume”, is het nu een uitgelezen weertje om verder lekker buiten te relaxen. En dat doen we. Marjolein met een boek en ik….met de Tour de France. Vamos, Mathieu!

 

chateau Guillaume

Zondag, 4 juli

De nacht verloopt omgekeerd evenredig aan de vorige nacht. Ik slaap alsof ik de enige uitvinder van de winterslaap ben en pas rond half negen waggel ik over de oneffen vloer van het ietwat verzakte, eeuwenoud vakantiehuisje. In ver vervlogen jaren liep ik er ook wel eens zo onzeker bij, maar dat had dan toch weer andere oorzaken…..
De profeten van de familie Buienradar voorspelden voor vandaag vreselijk slecht weer. Maar als ik op weg ga naar onze bakker, staat een juichend zonnetje aan de blauwe hemel, weliswaar vergezeld van een enkel wolkje, maar toch, het is best mooi weer! De bakkerin is in een te uitstekend humeur en drukt me van opwinding nog net niet tegen haar bescheiden boezem. “Un pain, s’il vous plait” en ik gok dus op de mannelijkheid van een brood. Merde, het is vrouwelijk, maar mijn bakkerinnetje begrijpt me en even later schuifel ik met mijn brood en een paar vers gebakken croissantjes naar ons tijdelijk verblijf in Lignac. De mensen onderweg zijn vriendelijk en het gebonjour komt me van alle kanten tegemoet. Op het dorpsplein staan een flink aantal mountainbikers klaar voor het vertrek van een toertocht. De atleten dragen voetbalbroeken, gymschoenen en fladderende rugbyshirtjes…..nee, ze zien er niet echt degelijk gesoigneerd uit. Ze leven hier ook nog in de tijd van Jo de Roo, zonder valhelm dus!

We ontbijten heerlijk en bedenken dan dat we het kasteel Guillaume nog eens nader willen bestuderen. Google maps leert ons dat het kasteel 4,5 kilometer van ons vandaan staat te wachten en dat het nog niet van plan is om te vertrekken. Marjolein, mijn altijd betrouwbare gids in werkelijk alles, dirigeert ons via de D53 naar onbestemde oorden. Na amper 1,5 kilometer ziet mijn schat een lieflijk soortje bospad en ik hoor het haar nu nog zeggen: “Misschien leidt dit mooie weggetje ons ook wel naar het kasteel, het is echt zó mooi”. Volgzaam als altijd sluit ik me bij haar aan en geniet ik mee van een inderdaad prachtig pad. Dat gaat goed tot Google maps (eigenlijk een door Marjolein gebezigde equivalent daarvan) de kluts volledig kwijt is. Hij stuurt ons op een uiterst bedenkelijk kruispunt eerst naar links, daarna naar het midden, vervolgens naar rechts en uiteindelijk vraagt hij ons om op te stijgen en verder te vliegen. Nondeju, we zijn de route richting kasteel kwijt en we gaan er ook niet meer komen! Daar staan we dan, midden in een soort weiland!
Omdat we de aanwijzingen niet meer vertrouwen, schakelen we gezwind naar plan B en gaan linea recta terug naar Lignac. Aangekomen bij ons huisje staat de teller op ruim 5 kilometer en dat is meer dan genoeg, vooral door het afgelegde deel dat veel weg had van een maanlandschap met vooral voor enkels gevaarlijke, onder gras verstopte putten en bulten. Gelukkig had ik mijn Garmin aangezet en die laat ons later zien dat we via het mooie landweggetje nooit bij het kasteel hadden kunnen komen. Ja, tenzij we de route over Parijs en zijn periferique hadden gepland (of is periferique ook vrouwelijk….dat zal wel, die route is toch ook altijd lastig…excuus aan de vrouwelijke lezers). Moe, maar voldaan arriveren we weer bij ons startpunt en onder het genot van een bakje koffie en een eclair beginnen we aan een uitgebreide evaluatie. De dag is nog lang, maar de middag is nu vooral gereserveerd om te relaxen.

 

Op zoek naar chateau Guillaume

 

Maandag, 5 juli.

Alle weerstations geven aan dat het vandaag een dag wordt om te fietsen. Daarom halen we beide elektrische fietsen van stal, die hier tot onze beschikking staan. Ik stel Marjolein voor om de fietsen eerst even te proberen voordat we de middenfranse wegen onveilig gaan maken. De fietsen zijn van het merk Giant en Sparta. De Giant heeft een dubbele accu en heeft een reikwijdte van 50 kilometer, maar de Sparta is beperkt tot 25 kilometer. We plannen een mooi rondje over rustige wegen langs Chaillac en Tilly en vermoeden dat we dan niet moeten wandelen omdat we op 25 kilometer terug zullen zijn. Bij het testen van beide fietsen voel ik een fors verschil tussen de Giant en de Sparta. Alsof de Sparta geen enkele ondersteuning geeft, maar Marjolein is al snel tevreden en wipt als een volleerd coureur op de machine en vlot trapt ze Lignac uit. De Giant heeft 3 standen, te weten economie, normaal en sport. Ik kies voor de laagste ondersteuning en voel dan ook slechts een lichte vorm van hulp. Als we de eerste heuvel op klauteren, zie ik Marjolein vóór me zwoegen als de sprinter Cavendish, die tegen “een hors categorie berg” in de Tour de France op sukkelt. Dit kan niet goed zijn en ik besluit om eigenaar Kees te bellen of mijn technisch oog mogelijk iets over het hoofd ziet. Ja, dus, je moet zo’n ding aanzetten! Twee keer achter elkaar op het onderste knopje, suggereert Kees en ja, hoor….als een hitsige koe die na de winter de wei in wordt gedirigeerd, spuit de Sparta de Franse D-wegen op!
In Chaillac menen we ergens een lunch naar binnen te kunnen werken, maar dat is buiten de waard gerekend. Alle restaurantjes van het leuke plaatsje zijn gesloten, fermé! Niet getreurd, een paar kilometer buiten Chaillac vinden we “het meer van Chaillac”, een gebied waar de lokale bevolking normaliter gaat zwemmen en recreëren en waar een soortje snackbar is neergezet. Het is heel stilletjes aan het watertje, we zijn bij de snackbar de enige toeristen die ergens trek in hebben. We zijn überhaupt de enige toeristen aan het meertje! Marjolein bestelt een pannenkoek en ik iets wat er op lijkt. Een espresso erbij en de innerlijke mens krijgt ook weer een warm gevoel.

We rijden vervolgens richting het stadje Tilly als we plotseling geconfronteerd worden met een Franse malloot die in opleiding lijkt te zijn om Max Verstappen op te volgen. De gek! Hij komt uit de voor ons tegenovergestelde richting als hij kort vóór ons in een flauwe bocht van ons lijkt te schrikken! Dat is op zich niet zo ontzettend vreemd, want een fietser is hier een even grote bezienswaardigheid als een ijsbeer in Zuid Afrika. De piloot dreigt van schrik de macht over het stuur te verliezen en de auto begint even te slingeren. We kunnen geen kant uit, want rechts van de weg staan dicht op elkaar gepakte hagen. Ik stuur van schrik toch maar richting heg als vlak voordat hij ons ramt, de chauffeur de auto onder controle krijgt. We ontsnappen aan een zekere dood, de gek rijdt zeker 150 kilometer per uur. Even zijn we beiden niet in staat om iets te zeggen. Marjolein is de eerste die woorden heeft: “Mijn hart klopt in mijn keel, en niet te zachtjes ook…”. Ik zelf doe een schietgebedje en realiseer me dat de vakantie hier voorbij had kunnen zijn. En niet alleen de vakantie…!!
Toch vinden we al snel weer het plezier in fietsen terug en dat geldt ook voor Marjolein die de hoogste graad van ondersteuning heeft gevonden. Ze duikt bergop en tegen wind in, in mijn wiel en ik gun haar die riante positie. Ik waan me in de Tour van dit mooie land en plaats een flitsende demarrage. Ik voel me als de superieure, gele Eddie Bogajar op weg naar eeuwig roem, maar vanwege het belang van een goed gruwelijk laat ik Marjolein in d’n afzink van de Col de Imaginaire weer in mijn wiel komen. Samen uit, samen thuis. En zo komen we voldaan weer terug in Lignac, waar we onze stoeltjes parkeren op ons zonovergoten terras. Wie doet ons wat? Ne personne, je pense!

Bij mooi weer gaan we morgen naar het noordelijke deel van De Brenne waar duizenden “vijvertjes” de thuisbasis vormen van ontelbare vogels. Weer een dag om naar uit te zien.

 

Na het fietsen op ons terras

 

Dinsdag, 6 juli

Het is een ideale dag om te gaan wandelen. Het is licht bewolkt, er staat een mager zonnetje en ook een klein beetje wind. Ideale omstandigheden dus om de wandelschoenen aan te trekken. Na het ontbijt (uiteraard met stokbrood en croissants) brengt onze Japanse gemotoriseerde vriend ons naar de noordkant van het natuurgebied De Brenne, naar Saint Michel de Brenne. We treffen het niet, want het kantoor van het natuurbureau daar blijkt gesloten. We vinden wel een gluurhut van waaruit we uitzicht hebben op een mooi vennetje waar heel veel vogels bivakkeren. Maar het valt niet mee om de gevleugelde vrienden op de foto of op de video voor de eeuwigheid vast te leggen. In het meertje zit ook een zeldzaam soortje schildpad, maar ook Stoffel heeft geen zin om zijn neus boven het water uit te steken. Zonder veel succes zoeken we naar betere locaties….

In een naburig dorp is het “Maison Du Nature” wel open en weldra hebben we de dagelijkse schoenen verruild voor de wandelexemplaren. We kiezen voor een rondje rond een vennetje en een stukje door een bos. Laat ik eerlijk zijn, het rondje is net 5 kilometer lang en zelfs met de beste wil van de wereld kan ik het niet verheffend noemen. Het vennetje kan niet in de schaduw staan van onze eigen “Brilletjes” in De Zak van Zuid Beveland en de bossen van Schouwen Duiveland schieten in een kramp als ik ze zou durven vergelijken met dit bosdeel in De Brenne. Daarbij komt dat niet alleen de zeldzame vogels siësta houden, zelfs de niet-zeldzame gevleugelde kameraden houden zich koest! Zien we dan helemaal geen wild? Jawel, Marjolein ontdekt een prachtige salamander en dat dier is zo vriendelijk om even in het zonnetje voor ons te pauzeren.  Maar meer bijzonders verschijnt er niet voor onze lens! Enfin, zo draaien we ons niet zo spectaculair rondje, dat uiteindelijk eindigt op het terras van “La Maison Du Nature”. Daar doen we ons tegoed aan een werkelijk verrukkelijke crêpe met appelmoes, caramel-ijs en caramel-saus. Het restaurant is in heel Frankrijk beroemd (beetje overdrijven vandaag, we maken niet zo heel veel mee…). De tent is bekend om zijn super crêpes! Lekker…onbeschrijfelijk lekker. En dan…..dan maken we toch nog iets mee. Als een kleine straaljager landt een heel brutale musje rechtstreeks op ons tafeltje, op een landingsbaan direct naast mijn bord. Zelfs de mussen in Frankrijk zijn kennelijk op de hoogte van de reputatie van de lokale crêpes. De mus wipt op de rand van mijn bord en slaat zijn brutale snaveltje heel brutaal in mijn crêpe met ijs en appelmoes. Het beestje vraagt nog net niet of hij mijn mes en vork mag gebruiken. Opgevoed is het beestje zeker niet, want ik meen hem zachtjes te horen smakken! Als hij mijn halve pannenkoek heeft weggewerkt wil hij vertrekken, maar hij weegt inmiddels te veel om op te stijgen! Ach, dit is wel heel heftig overdreven, maar echt, leuk is het wel. Het beestje vertrekt zoals hij gekomen is, stilletjes fladderend trekt hij opnieuw de wijde wereld in.

En dus….het is een dag zonder veel tamtam, maar we zijn samen. We hebben het naar de zin. Met gewone dingen. Gelukkig kunnen we daar ook nog van genieten. Een kasteel naast het door ons bezochte restaurant bezoeken we niet, omdat we deze week nog een bezoek hebben gepland aan het mooiste kasteel van deze regio. Alles op zijn tijd. Tevreden hobbelen we terug naar Lignac. We noteren weer een hele leuke dag.

 

Een mus eet mijn crêpe op....