
Verslag deel 2
Donderdag 1 september
We hebben niet echt zin in een Koreaans of Mongools ontbijt. Daardoor moeten we ons behelpen met een stukje droog wit brood met jam of een gebakken ei. Meer keuze is er niet! Met een flinke slok thee krijg ik de verstuiving wel weggewerkt. Nee, ik mopper niet. Ik kan ook kiezen voor heerlijke lokale gerechten. Maar mijn maag vraagt niet opnieuw om een warme hap op de vroege ochtend. Enfin, hal vandaag geen rennies kosten….Zunjee en de chauffeur komen ons om 10.00 uur oppikken en we trekken snel oostwaarts, richting het Terelj Narionaal Park. Onderweg zullen we voor enkele bezienswaardigheden stoppen.
De eerste stop kondigt zich al vroeg aan. In de verte zien we een vijftiental standbeelden. Het zijn krijgers te paard, die ten strijde trekken tegen allerlei vijanden. De standbeelden zijn een voorbode voor het enorme standbeeld van Hingis Kahn dat plotseling vanuit het landschap opdoemt. Jeetje, wat een beeld! Zonder sokkel is het standbeeld 40 meter hoog. Kahn zit als een ware veldheer op zijn paard en kijkt strijdbaar over het land. Het beeld dat op een sokkel staat van ongeveer 15 meter, is ogenschijnlijk gemaakt van roestvrij staal. Maar Zunjee laat weten dat er ook ander materiaal in het beeld verwerkt zit. Als je je dan ook realiseert dat het geheel op een flinke heuvel gebouwd is, dan snap je dat het geheel op indrukwekkende manier boven het landschap uittorent.
We gaan ook het standbeeld in en zien daar een uitermate indrukwekkend museum over de geschiedenis van Kahn en over het voormalig Mongoolse imperium. Waar ik eerder dacht dat het imperium van ver in Europa liep tot aan het huidige Beijing, daar blijkt het grootste rijk ooit van Europa tot aan Japan te hebben gelopen. Het grootste imperium dat er ooit heeft bestaan.Je kunt ook, deels met een lift en deels via een trap, tot net onder het hoofd van Kahn komen. Vanaf dat punt heb je een ontzettend mooi beeld van de wijde omgeving. Om stil van te worden.
In de buurt van het standbeeld treffen we een man met een enorme arend. Voor een paar euro kun je de arend op je hand krijgen en kun je op de foto. We aarzelen, omdat het gaat om een gevangen dier. Maar we realiseren ons ook dat we nooit meer zo dicht bij een arend kunnen komen. We gaan allebei op de foto en zijn onder de indruk van het machtige dier! Op de foto is het beest wat grootte betreft een beetje de evenknie van Marjolein!Op deze plaats liggen ook kamelen. Geen dromedarissen, maar echte kamelen, met twee bulten. Prachtige dieren trouwens!We kunnen op deze dieren ook een rondje gaan maken, maar er loopt sinds februari al een kreupele dromedaris in Jordanië rond, zodat ik niet ook hier mijn zware sporen wil achterlaten. We trekken dus verder zonder kamelenmishandeling…..
De volgende halte is een bezoekje aan “Turtle Rock”, een enorme rotspartij die daadwerkelijk op een enorme schildpad lijkt. Het is weliswaar niet heel spectaculair, maar we maken er toch de nodige foto’s en opnames van.
Na een echt keurige lunch bezoeken we de oudste tempel van Mongolië (Ariyabala tempel) maar daar moeten we wel een heel eind voor klimmen, over trappen lopen en met een gammele brug een kloof oversteken. Ik heb het gehaald, want anders zat ik hier nu niet mijn verhaal te schrijven, maar vraag niet hoe. Ik merk dat de jaren steeds zwaarder gaan tellen en dat dit soort inspanningen serieus beginnen te wegen. Maar vooruit, ik heb de gammele rug, de piepende knieën en de zwabberende kuiten over de hindernissen weten te sleuren. Mijn beloning? Een schitterend uitzicht, een pracht wijds beeld vanTerelj National Parc. De tempel viel een beetje tegen. Zo hebben we er al heel veel gezien. Het uitzicht maakte “de ontbering” echter dubbel en dwars waard.
En dan komen we laat in de namiddag aan in ons eerste gerkamp, genaamd Gurucamp. Geloof het of niet, maar we zijn de enige gasten! Er staan een dertigtal Yurts op het terrein en voor ons is nummer 6 gereserveerd. Eerst echter nemen we afscheid van onze chauffeur, want de komende dagen trekt een andere chauffeur met een andere auto (four-wheel-drive) met ons op. We geven de man een leuke fooi, wat speeltjes voor zijn drie kinderen en een klein Nederlands souveniertje (klompjes uiteraard) voor zijn vrouw.
We bewonderen ons onderkomen voor de komende drie dagen. De Yurt is wel zoals we ons hadden voorgesteld. Er staan drie bedden tegen de zijkant aan (toch slapt de gids in een andere yurt). In het midden staat een klein tafeltje en een houtkachel. Die lijken we niet te moeten stoken, want deze yurt is er een van de moderne tijd en heeft vloerverwarming! Het is duidelijk dat dit park zich aan de moderne tijden heeft aangepast. Dat maakt niets uit, de sfeer in vooral de yurt is super bijzonder en het uitzicht is echt geweldig. En terwijl we van dat uitzicht zitten te genieten, draaft er plotseling een grote kudde paarden tussen de yurts door. Een veulen schiet al rennend aan alle kanten uit de kudde weg, hij moet zijn energie kennelijk kwijt.
Nog nagenietend krijgen we om 18.00 uur ons diner, bestaande uit een salade en een hoofdgerecht van stoofvlees, rijst en aardappelen. Het is verdraaid goed te pruimen, alhoewel ik het vlees niet allemaal op kan. Het lijkt erop dat ze hier per dag per inwoner een hele koe doen verdwijnen. Jeetje, wat een hoeveelheden! Moe, maar erg voldaan over deze echt prachtige dag duiken we om 20.00 uur onze yurt in. Het is bewolkt, dus zullen we vannacht geen sterrenhemel kunnen bewonderen. Het enige waar we aan zullen moeten wennen is de stilte…..het is echt oorverdovend stil hier!
We hebben vandaag wel een bijzondere ontdekking gedaan. Onze lieve gids Dunjee blijkt geen 25 jaar te zijn, zoals de reisorganisatie ons heeft verteld, maar het lieve kind is pas 19….!! Ze doet het uitstekend, maar om een kind van 19 deze verantwoordelijkheid te geven, vinden wij ongepast. Zodra we weer online zijn, zullen we daar zeker melding van maken.

standbeeld Hingis Kahn
Vrijdag 2 september
Rondrit door Terelj NP.
Klokslag 10.00 uur staat onze nieuwe chauffeur klaar met een Lexis 4-wheel-drive, een prachtige luxe auto waarmee we vanaf vandaag door onherbergzaam Mongolië zullen trekken. De chauffeur is een vrij jonge kerel die kennelijk geen woord Engels spreekt. Maar vooruit, geen punt, als hij maar fatsoenlijk auto rijdt……
Al heel snel verlaten we de verharde weg en duiken we het nationale park Terelj in. En dan merk je dat je een dergelijke auto echt hard nodig hebt. Jeetje, wat een wegen! Onverhard en met kuilen en putten erin, die je doen denken aan een soortje oorlogskraters! Ik vraag nog aan de gids of de Russen hier ook zijn binnengevallen, maar dat blijkt al heel lang geleden te zijn. We worden redelijk door elkaar gerammeld, maar de auto vangt ook ontzettend veel op. Het is echt een geweldige auto. We stoppen verschillende keren om de omgeving op de gevoelige plaat vast te leggen. Wat is Terelj een prachtig gebied. Het doet inderdaad aan Zwitserland denken, vandaar dat de streek de bijnaam Klein Zwitserland heeft. Het meest opvallend is de weidsheid van het gebied. Kilometerslange weilanden met koeien, paarden, geiten en schapen. Kuddes met honderden dieren! Schitterend! Die beesten lopen overal vrij rond, waardoor we regelmatig moeten stoppen om ze voorrang te geven. Hier en daar staat een enkele yurt en je vraagt je af of er op de wereld een nog eenzamere manier van wonen bestaat. Ik denk het niet. Plotseling zien we een tiental yurts bij elkaar en dat blijkt dan echt een dorpje te zijn. Na enig zoeken vindt de chauffeur een plaatselijke familie waar we terecht kunnen om te zien hoe zij in de gemeenschap leven.
Ik duik in mekaar en schuif onder de 1.50 meter hoge deuropening van hun yurt binnen. Het is er bloedheet, want de kachel brandt alsof de hel verwarmd moet worden! Aan de wanden zie ik drie bedden, een dressoir, een klein kastje, een vriezer en een televisie. In het midden van de yurt staat dus de gloeiend hete kachel met daarnaast een houten tafeltje. We mogen plaatsnemen op plastic krukjes en de vrouw des huizes schenkt de beroemde Mongoolse thee met melk in. Ik weet dat Marjolein er niet weg van is, maar ik vind het goed te pruimen. We krijgen er allerlei koekjes bij, gemaakt van…..jawel, melk! Als we eenmaal aan de “versnapering” zijn begonnen, snijdt onze gastvrouw een brood aan en even later liggen de sneeën brood op tafel en zorgt de vrouw voor beleg. Dat beleg blijkt boter te zijn. De vrouw haalt namelijk de vellen van een grote pan kokende melk, vouwt die vellen in mekaar en legt de dubbele vellen op een bord: Voila, gefermenteerde boter, eet smakelijk, beleg voor op uw boterham! We willen onze lieve gastvrouw niet beledigen en nemen een stuk brood met vellen….want zo zien we dat. Nee, het is niet lekker en een tweede boterham hoeven we toch ook weer niet. We maken even een wandeling en treffen drie mannen die in een wei, op een groot kleed, een koe aan het slachten zijn. De darmen liggen hier, de poten daar, de maag met inhoud verderop, de lever links, het hart rechts en……het is me toch een zootje! En vliegen! Vliegen! Die vieren waarlijk carnaval met z’n allen! Heerlijk bloed overal en niemand die ze wegjaagt. Wat een feest! We vinden het leuk om mee te maken en als de gids vraagt of we er toch wel tegen kunnen, vertellen we haar van de slachtpartijen die we op Sulawesi meemaakten en dat was pas echt gruwelijk. Laat ik daar dan toch maar niet verder over gaan vertellen.
We gaan terug de yurt in en daar is onze gastvrouw ondertussen klaar met het hoofdgerecht, bestaande uit schapenvlees, bami, aardappel en groente. Het geheel is stevig gekruid en wordt voor ons op een bord gemikt. Net op tijd roep ik dat het genoeg is, want de dame is kennelijk het idee toegedaan dat ik normaal gesproken moet eten van de voedselbank…..
We krijgen er ook een beker arak bij. Zelf gestookte arak, gemaakt van….jawel, koeienmelk. Ze maken ook raki van paardenmelk, maar deze is van koeienmelk. Jeetje, wat ze hier allemaal maken van melk. Echt onvoorstelbaar. De rakifabriek staat net buiten de yurt en met de voorraad die ze hebben klaarstaan, krijgen ze heel Zeeland bij carnaval hartstikke dronken! Dat leidt er toe dat de chauffeur morgen wordt vervangen
Als alles is weggewerkt gaan we nog even naar het toilet! Een echt ouderwets Mongools toilet : ver bij de yurt vandaan staat een klein houten hok, zeg maar ter grootte van één vierkante meter. Het enige binnen deze vierkante meter is een houten vlonder met aan één kant een gat waarin je je behoefte kunt mikken! Ik mag na Marjolein in actie schieten, want ik laat dames altijd voorgaan. Als ik de vlonder opstap, bedenk ik dat er onder die vlonder een gat zit van dezelfde vlonderomvang en direct komt het beeld op mijn netvlies dat ik door de gammele vlonder zak….. Het bouwsel is immers niet op Europese reuzen gebouwd, en zeker niet op eentje van mijn gewicht. Mijn voeten plaats ik aan de zijkant waar ik balken vermoed. Wiebelend, zwetend en biddend doe ik een plas en stap even later opgelucht uit het geurende bouwsel. Geen ongelukken, ik ben er vanaf!
Onze gids vraagt of we zin hebben om nog door te rijden naar een rivier, 35 kilometer verderop en natuurlijk hebben we daar zin in. Daar krijgen we al heel snel spijt van, want de weg daarheen is eeuwen geleden door de Romeinen hopeloos beschadigd achtergelaten en “Vadertje Tijd” heeft het geheel alleen maar slechter gemaakt. De jeep verteert het allemaal vrij aardig, maar laat ons nu helpen alle klappen op te vangen. Wat een drama. Ja, de rivier is mooi, maar mijn rug…..mij benen….mijn hoofd….mijn alles! Als we ook nog eens dezelfde oorlogsbaan van 35 kilometer terug moeten rijden, denkt de chauffeur kennelijk dat hij wat tijd moet goed maken! Ik weet warempel niet hoe ik zijn gedrag moet beschrijven, maar het slaat helemaal nergens op. Als een razende knalt hij over de putten en gaten en ik vraag me af wat ik hier mee moet doen. Eenmaal op geasfalteerde weg raast snelle Henkie richting het kamp waar we logeren. Hij haalt in als er tegenliggers aankomen en zijn rechter voet lijkt plotseling een stevige kramp te hebben opgelopen. Tegenliggers knipperen met de lichten ten teken dat hij normaal moet doen….!! Ik besef dat dit niet kan en na overleg met de serieus geschrokken Marjolein maak ik de gids duidelijk dat we dit gedrag niet accepteren en dat we in feite niet met deze piloot verder willen. De gids ziet zelf ook nog een beetje wit om het toch aardig gekleurde neusje en belooft ons de organisatie te bellen en te vragen om vervanging van de brokkenpiloot!

Het Mongools toilet
Zaterdag 3 september
Het wordt vandaag een lange reisdag. We gaan van Terelj NP naar de stad Kharkhorin, hetgeen betekent dat we bijna 500 kilometer moeten verteren. De chauffeur van gisteren brengt ons 50 kilometer verderop naar de hoofdstad Ulaanbaatar en daar krijgen we een andere chauffeur. Nadeel is dat de chauffeurs altijd worden ingehuurd met hun eigen auto en de vervanger heeft een Toyota 4wheeldrive-drive van 22 jaar oud. In luxe gaan we er dus dik op achteruit! Maar de nieuwe chauffeur is niet alleen ouder en veel vriendelijker, hij is veel toegankelijker en het is een erg rustige chauffeur met een dito rijstijl. In Ulaanbaatar kopen we ook nog snel een nieuwe telefoon voor Marjolein, omdat de oude hartstikke versleten is en we via een lokaal simkaartje, daar waar mogelijk, toch enige toegang tot onze verre wereld willen realiseren.
Bijzonder aan de reis is dat we ons absoluut niet vervelen, ook al al is het mooie landschap bijna constant hetzelfde. Echt opschieten is er trouwens ook niet bij, want ondanks dat we op een nationale snelweg zitten, kom je gemiddeld amper aan de 60 kilometer per uur. Tsja…dan steekt er een koe de weg over, dan een hele kudde koeien, dan een kudde paarden, een kudde geiten, een kudde schapen of een groep kamelen. Allemaal kijken ze halverwege de tweebaansweg schaapachtig naar de auto. Je ziet ze denken: “Mijn terrein, opzouten!” Honderd kilometer voor Kharkhorin zien we plotseling een totaal ander landschap. Tegen het berglandschap aan liggen er warempel plotseling zandduinen. Bizar, midden in een heuvelachtig gebied, liggen er plotseling duinen! Zonder zee! Natuurlijk stoppen we en zetten het bijzondere verschijnsel op foto en video. Voor de duinen liggen tientallen kamelen. Je kunt er voor kiezen, uiteraard tegen betaling, om tussen twee bulten de duinen in te sjouwen. Ik, zuinige Zeeuw, kies ervoor om naast zo’n tweebulter te gaan staan om door Marjolein op de foto te worden gezet. Mijn vrolijke vriend is het niet met mijn actie eens, want hij trekt eerst zijn niet geringe bovenlip omhoog en als ik gewoon blijf staan, geeft hij me daar een brul….!! Ik schrik me echt kapot en beland twee meter verder in het mulle zand. De kameel grinnikt, maar gaat even later toch met me op de foto. En zo slechten we de laatste kilometers naar onze volgende halte. Een arend zweeft een eind boven de auto met ons mee. Er zitten hier heel veel verschillende soorten prachtige roofvogels.
Zo komen we in het Munktenger gerkamp, waar we tent 23 toebedeeld krijgen. De yurt is prachtig en heeft warempel een tweepersoonsbed! Rond half tien komt een dame de kachel aansteken. Het is hier ‘s nachts heel koud. Ze gooit wat kolen op het vuur en het gietijzeren monster heeft binnen no-time de tent bloedheet gestookt! Zouden ze ons het idee willen geven dat we in Afrika rondhangen misschien? Zelfs de vliegen zoeken een weg naar buiten! De dame komt morgenochtend vroeg terug om de kachel opnieuw op te stoken, zodat we comfortabel uit bed kunnen komen.
Na een prima diner in een keurig restaurant duiken we op tijd in ons yurt-mandje. Morgen gaan we onder andere naar het wereldberoemde Erdene Zuu kloostercomplex. Wereldberoemd in elk geval in heel Azië!
Laatste opmerking dan toch: ik ben even in de douche en in de toiletten geweest. Daar waar alles in het eerste kamp (Terelj NP) uitstekend was, daar is het nu naadje-retteketet. Nee, wij zijn geen kampeerders en dat gaan we ook nooit meer worden. Maar om een kwartier lang op een wc-knop te staan drukken om dan te zien dat je “honderdponder” alleen maar rondjes blijft draaien…..het zij zo. Verdere details bespaar ik jullie. Het land is prachtig, de tenten tot nu toe fabuleus, dus laten we de bruine centrifuge ons plezier vandaag niet bederven. Tot morgen!

kamelen in plotseling opduikende duinen
Zondag 4 september
We hebben een goede nacht. Die nacht startte overigens bijzonder hilarisch! Marjolein ontdekte een tiental dikke, vette vliegen die vrolijk rondom een klein tl-lampje dansten! Marjolein ging verwoed op jacht, gewapend met een scherpe handdoek, een boze blik en heel veel energie. Maar de vliegen waren niet onder de indruk en al snel vroeg Marjolein of ik een oplossing wist. Die wist ik: ga buiten slapen en je hebt van die vliegen geen last meer, is mijn advies. Het scoorde niet! Ik gaf nog een beter advies: zet de deur open, leg een lampje buiten de deur en de vliegen flitsen in rijen van drie de deur uit. En zo geschiede! Het hele leger marcheerde de tent uit. De heerlijke kachelwarmte trok er achteraan ……enfin, er was dan toch rust, we konden gaan slapen!
Om zeven uur staat er een dame voor de deur om onze kachel nieuw leven in te blazen. Als ik naar buiten stap, schiet mijn verbazing in een versnelling…..een klein, dun laagje sneeuw bedekt de bergwanden! Het heeft gesneeuwd, in september! Vandaar dat het vannacht zo koud was! Ik schiet snel wat videobeelden en doe dat ook van de kachelmevrouw. Ze zeggen wel eens dat iemand de kachel met je aanmaakt en dat blijkt hier daadwerkelijk zo te zijn! Terwijl de dame haar best doet, ligt Marjolein vanuit bed het schouwspel te bekijken! Prachtig! Het is voorwaar een heel bijzondere vakantie!
Maar vandaag dus het Erdene Zuu klooster in Kharkhorin, de voormalige hoofdstad van Mongolië. Deze legendarische stad van Genghis Kahn werd opgericht in 1220 en was een van de steden van de zijderoute. Het enorm grote Mongoolse Rijk werd bestuurd vanuit deze stad. In de stad zijn nog enkele sporen uit die tijd te zien. Het Erdene Zuu klooster werd bijvoorbeeld gebouwd in 1586 door een nomade prins. De gebouwen zijn gerealiseerd op basis van Chinese en Tibetaanse culturen en de stad wordt omgeven door een muur van 108 heilige stuka’s (soort torentjes). De volledig ommuurde stad kende destijds 15000 inwoners. In feite staan alleen de uit de 16e eeuw daterende tempels nog overeind.
Ik zie bij een devoot biddend en zingend stelletje monniken een jonge monnik stiekem onder tafel spelen met zijn mobiele telefoon! Ik vraag me af hoe serieus ik dit schouwspel eigenlijk moet nemen, maar ik kies er uiteindelijk voor om te denken dat ook jonge Mongoolse monniken met hun tijd meegaan en een iPhone hebben. En stiekem iets doen wat niet mag…ach….je moet niet te nauw kijken…dat doen zij hier overigens (letterlijk) wél…..Ondanks het hier geldende filmverbod heb ik toch nog een beeld kunnen schieten van het gebedsboek van de monnik. Je snapt niet dat ze van dat gekrabbeld chocola kunnen maken!
Ik zet ook nog een paar keer de indrukwekkende muren met torentjes op beeld. Tussen de muren van deze stad ligt dus een ruimte met een grootte van 400 bij 400 meter! De muren worden, zoals eerder gezegd, onderbroken door de 108 “torentjes” waar mensen tegenaan staan te bidden. Als ze daar aan beginnen, moeten ze langs alle 108 torentjes om bij ieder torentje een gebed te doen! Dat is dan een heel serieus gebed, zal ik maar zeggen, niet bepaald een schietgebedje. Honderdenacht gebedjes en een paar kilometer wandelen, het vraagt serieus tijd!
Bij de lunch krijgen we weer een half beest te verwerken, waarna we in de middaguren de prachtige omgeving verkennen. Onze beide begeleiders brengen ons bij een rots die de vorm van een penis heeft. Op deze plaats vragen vrouwen aan (een) God om vruchtbaarheid. Als de smeekbede succes heeft, komen ze hier terug om de penis ook weer bedanken.
We brengen ook nog een bezoek aan een paar schildpadrotsen en aan een momument dat bepaalde gebeurtenissen uit diverse oorlogen symboliseert.
Maar de spirit is er een beetje uit. De vermoeidheid is bij mij toegeslagen. Al vanaf de rondgang in een museum deze ochtend voel ik dat de energie vandaag beperkt is. Ik wijt dit aan de hoogte in dit gebied in Mongolië, meestal zo rond de 1700 meter. Eerder leerde ik in Ecuador dat mijn lichaam op hoogte niet bepaald beter of energieker gaat functioneren.
We gaan de rest van de dag dus rustig aan doen. Kijken of de Mongolen straks bij het diner nog eens willen slurpen! Jeetje, als mijn moeder dat hoort, dan komt ze terug om die Mongolen te corrigeren. En dan zal ze gelijk ook wat doen aan al dat geboer. Uit de diepste spelonken van het menselijk lichaam laten de Mongolen geluiden naar boven komen waar een olifant van zou schrikken! Alleen maar om te laten horen dat ze het eten geweldig vinden! Ach ja, het is de Mongoolse cultuur. Waar ik me gemakshalve maar niet bij aanpas!
En morgen? Morgen reizen we naar de warmwaterbronnen van Tshenker. Tot dan!

De oude stad in Kharkhorin
Maandag 5 september
Ik heb een vreselijke nacht achter de rug. Tot over twaalven lagen in de yurt naast ons een aantal Aziaten te kakelen alsof hun leven er vanaf hing. Tsja, daar ga je dan op liggen luisteren en je doet geen oog meer dicht. Totdat Marjolein het beu is, de yurt uitstuift en als een volleerde logistiek medewerker van Sinterklaas bij de buren op de deur “klopt”. De deur wordt niet opengedaan, maar hangt wel zowat uit de sponningen! Van Zonneveld is klip en klaar: “We want to sleep”, knalt het door de heldere nacht. Warempel, de Aziaten begrijpen de niet mis te verstane internationale boodschap volledig. Het wordt muisstil bij de buren. Maar amper zijn de Aziaten getemd of er beginnen twee honden tegen elkaar te blaffen. Als je daar dan op gaat letten en als die beesten dat dan de hele nacht volhouden, dan kan het gebeuren dan je Garmin smartwatch bij het ontbijt aangeeft dat je 1.32 uur heb geslapen. Als een zombie zit ik aan het ontbijt en ik kan nog net voorkomen dat er een liter bamisoep voor me wordt geserveerd! Ik doe het wel met een paar sneeën brood met wat jam…
Om 09.15 uur start chauffeur Gamba de auto en zo tuffen we naar de volgende halte, naar de warmwaterbronnen van Shiveet Mankhanin in de plaats Tsenkher.
Plotseling trapt Gamba op de rem en stopt aan de kant van de weg. Een twintigtal flinke gieren vliegen op en landen een paar meter verder in het veld. Enkelen hebben kennelijk ruzie en vliegen met weid verspreide vleugels tegen elkaar op. Dan zien we vlak voor ons, in een greppel, de restanten van een paard liggen. Het hoofd van het beest is nog redelijk intact, maar de rest is al volledig foetsie. Alleen de kaalgevreten huid ligt nog in het gras. Gamba vermoedt dat het paard in de nacht is aangereden door een auto. Roofdieren zoals wolven zullen zich over het beest “ontfermd” hebben en die laten, eendachtig het rollenspel der natuur, de restjes over voor de volgende in de keten, in deze de gieren.
Na ongeveer een uurtje verlaten we de geplaveide snelweg en duiken het achterland in. Echt een fascinerend schouwspel ontvouwt zich voor onze ogen! Tegen een uitgestrekt glooiend, groen landschap, neergelegd als fundament voor de daarachter gelegen imposante bergen, lopen duizenden koeien, paarden, schapen en geiten, verdeeld over honderden kuddes. Hoe uitgestrekt en hoe mooi kan een landschap zijn!
Alleen de wegen die er doorheen lopen zijn een enorm contrast met de schoonheid van het land. Het zijn overal gaten en putten en zelfs Napoleon zou zich ernstig hebben bedachten om hier kasseien neer te gooien! Na een paar kilometer al voel ik me als een uitgeperste sinaasappel in een sapcentrifuge!
Tussen al dat vee lopen ook jaks, ook wel bromkoeien genoemd. Ze maken een totaal ander (brommend) geluid dan gewone koeien en hebben een soortje lange jas aan. Ze hebben echt lange haren. Het zijn prachtige dieren.
We krijgen een prima lunch en ook de kans om een gewone hotelkamer te betrekken in plaats van een yurt. Omdat we de komende dagen nog genoeg yurts mogen bewonen, kiezen we voor een kamer. Waarmee we eindelijk weer eens een toilet voor alleen onszelf hebben.
De middaguren rusten we aan het bad van het hotel dat ze laten vollopen met echt warm water uit een bron. De mare zegt dat het water helend is. Of dat echt zo is, betwijfel ik, maar het is wel verdraaid lekker voor mijn gecentrifugeerde spieren. Heerlijk! In de namiddag bezoeken we de basis van dat warme water, de warmwaterbronnen van Shiveet Mankhanin. Daar is niet zo heel veel aan te zien. Uit een bergwand komt een flinke hoeveelheid water gestroomd met een temperatuur van 80 graden. Via een gemetseld basin is een vertakking gerealiseerd en stroomt het water via pijpen naar de diverse gerkamps. Daar gebruiken ze het water voor bassins om lekker in te zitten. Men zegt dat je zeker ‘s nachts bij helder weer heerlijk in dat basin kunt zitten om de prachtige sterrenhemel te bewonderen.
Morgen wacht ons weer een pittig reisje. We gaan zachtjes aan in de richting van de Gobi woestijn. Maar eerst vanavond maar weer eens lekker eten!

Onzer vrolijke chauffeur Gamba
dinsdag 6 september
Voordat we beginnen aan het verslag van vandaag, moet ik even wat kwijt.
- Ik spreek vanaf vandaag niet meer over yurts, maar over gers. Yurts blijkt Russisch te zijn en dat gebruiken ze hier liever niet. Gers dus!
- Ik heb tot nu toe gesproken over de weidsheid van dit land en/of deze streek. Vandaag werden we geconfronteerd met wat echt weidsheid is….vergeet dus wat ik hierover eerder schreef. Ik kom er in dit verslag op terug. Ik heb te vroeg met superlatieven gesmeten….
- Sommige mensen zullen na dit verslag denken dat wij er echt geen “24 in een kratje hebben zitten”. Ik kan me dat voorstellen, maar het is zoals het is! Lezen maar….
Na een stevig ontbijt beginnen we aan een lange, hele lange dag. De rit naar Onzi gaat over een afstand van ruim 500 kilometer. Het begint daarbij overigens niet slecht, hoor. Het eerste deel bestaat uit een asfaltweg met hier en daar (om de twintig meter) een ongelijk iets, een putje of een kuiltje. Valt in het niet met wat er in het verschiet ligt. Dat deel naar Kharkhorin hebben we overigens eerder gedaan en het is nu dus een déja-vu. In Kharkhorin doen we nog wat boodschappen en dan zegt gids Dunjee dat we gaan beginnen aan een deel van 300 kilometer met alleen maar onverharde wegen. Dat betekent “fasten your seatbelt”, zet je schrap en zie het te overleven!
Het eerste deel valt reuze mee. Het landschap is werkelijk schitterend en blijft lang ongewijzigd. Duizenden muisjes vliegen door het gras en over het zand, terwijl de roofvogels bloeddorstig boven hun arena cirkelen. De witte gers steken schril af tegen de groene velden of de grijze bergwanden. Hoe verder we komen, hoe sneller het beeld verandert. De vegetatie wordt schraler en schraler, de gers zijn zeldzaam geworden en mensen zien we nog nauwelijks. De laatste die we zien is een herder die op zijn paard het vee bij elkaar weet te houden. Gaaf om te zien hoe de man al dravend en roepend zijn job uitvoert. Hij komt even een praatje maken en vertelt ons over het nomadenleven dat duizenden nog praktiseren! Zes tot twaalf keer per jaar pakken deze nomaden hun tenten en aanverwante spullen in, waarna ze naar andere oorden trekken. De bestemming is afhankelijk van de seizoenen en van de staat van de te begrazen velden. Ze leggen bij zo’n verplaatsing tussen de 30 en 120 kilometer af. En dat geldt dus ook voor het vee. Ze hebben hier dus vast vee met een berenconditie! Van Sunjee hebben we eerder begrepen dat heel veel kinderen al op heel jonge leeftijd (- 10) de deur uitgaan om een school te kunnen volgen.
We rijden verder en tussen de middag stoppen we voor een picknick op een heuvel met prachtig uitzicht. Onze chauffeur is een duizendpoot, want hij tovert zowaar een stoel uit de auto voor mij tevoorschijn. Een auto overigens die hij kort hiervoor midden in het door God verlaten land moest zien te repareren toen er rook vanachter de banden kwam! Ik suggereerde nog om de wegenwacht te bellen, maar die komt nog niet op onverharde wegen…..of die bestaat helemaal niet. Het zal het laatste wel zijn.
Na de lunch verandert het landschap steeds meer en eindelijk blijft er alleen een vrij harde bodem over met nagenoeg geen vegetatie. Het landschap is heel licht heuvelachtig en na iedere heuvel denk ik dat er iets van de bewoonde wereld te zien zal zijn. Nee, nee, nee……ik zit met stijgende verbazing te kijken naar wat je “eindeloos” zou kunnen noemen. En geloof me, ik geniet met volle teugen. Terwijl ik voordien zo opzag tegen een hele dag auto rijden, zit ik nu met stijgende verbazing om me heen te kijken. Land, land, land….zo ver je kunt kijken. En verder niets….helemaal niets. Iedereen mag me voor gek verklaren, maar ik vind het zo ontzettend indrukwekkend. En gelijkertijd voel ik me in dit enorme landschap zo ontzettend nietig. Klein…heel klein.En wat is het eerste teken dat er toch nog leven bestaat? Een groep kamelen! Dat doet me denken aan het feit dat er ook weer wat groeit, want de kamelenlippen slingeren niet voor niks als een malle door de rondte! Er staat weer een beetje grof gras!En zo bollen we tegen half zes het camp Secret of Ongi binnen.
Dat chauffeur Gamba hoofdpijn heeft, verbaast ons niks. Jeetje, wat heeft die man een wereldprestatie geleverd. Bij het diner stouwt hij de dubbele portie van ondergetekende naar binnen en daarbij zegt Sunjee dat de gemiddelde Mongoolse man de dubbele portie van Gambia eet. Iedere dag! Vreemde vogels, die Mongolen! Morgen gaan we naar de “flaming cliffs”, een rustige dagje met 170 kilometer in de auto. Hopelijk wordt het weer zo’n bijzondere dag als vandaag.
Vanavond gooit de campdirekteur rond 22.30 uur voor even het licht uit. Dan hopen we een prachtige sterrenhemel te mogen zien. Een eventueel vervolg vindt plaats na 00.00 uur, want dan gaat iedere nacht de elektriciteit in dit gebied uit! Ideetje voor Nederland in het kader van energiebezuiniging? Dan heb ik nog wel een tip……gaat over vee en over ruimte…..vul zelf maar in!

picknick in de prachtige natuur