
Verslag deel 3
Woensdag 7 september
Een nieuwe dag die begint in Kamp Secret of Ongi in Ongi en die zal eindigen in Gobi Tours Gerkamp in Bayanzag (in de Gobi woestijn).
We beginnen met een kort bezoek aan de ruïnes van een tempel die naast het kamp ligt. Deze ruïnes hebben een grote naam in Mongolië. In de 17e eeuw geraakte Mongolië in gevecht met Rusland. Ruim 70% van de Mongoolse mannen bekeerde zich toen tot het boeddhisme en dook als monnik het klooster in. Het boeddhisme predikt vrede en geen geweld. De monniken waren een dankbare prooi voor de Russen en al heel snel was heel Mongolië ontdaan van potentiële krijgers. In het klooster van Ongi werden toen in één enkele nacht 200 monniken door de Russen gedood. Je vraagt je af wat de Russen in de periode van toen tot nu toe hebben bijgeleerd…..
De tempel uit die tijd is al enig gebouw vrij aardig intact gebleven. En ondanks het feit dat ons tempelemmertje ondertussen aardig aan het overlopen is, bewonderen we toch even het mooie oude gebouw. De oudheid en de trieste geschiedenis druipt er vanaf! Voor het filmen moet je 2 euro betalen, voor het fotograferen 1. Ik zie dat het tempelmevrouwtje ondertussen stiekem videootjes schiet van de twee blanke bezoekers en even speel ik met het idee om 5 euro per minuut te vragen…..schoonheid moet betaald worden, nietwaar? Ach nee, natuurlijk niet.
Als we terug naar de auto wandelen ziet Zunjee een addertje liggen. Ook wij bewonderen nieuwsgierig het stil liggende dier. Enige studie brengt aan het licht dat het ofwel een hele jonge adder is, ofwel een dwergratelslang. Feit is dat het dier de aanvalshouding aanneemt als we heel dichtbij komen. Hij trilt heftig met zijn achtereinde en zijn tongetje schiet naar buiten. Zunjee schrikt zich een ongeluk en deinst twee meter terug. Maar het dier heeft genoeg geposeerd voor foto en video en slingert behoedzaam een holletje binnen en is foetsie.
En dan trekken we weer een paar honderd kilometer verder. We zien hier en daar nog wat vee rondscharrelen en Marjolein vraagt zich af hoe die beesten weten dat ze ‘s avonds weer op tijd thuis moeten zijn. Ze denkt dat de oudste een horlogetje om heeft en dat die dan tegen zessen loeit: “ Het is tijd, we gaan terug….” Ook Van Zonneveld heeft humor.
We rijden dus weer…… Ik ga niet, zoals gisteren, proberen onder woorden te brengen hoe ik de reis ervaar! Het landschap verandert langzaam in een woestijngebied dat zo plat is als een beetje Zeeuwse polder! De bodem is rotsachtig en de weg, die redelijk goed te berijden is, is bezaaid met kleine keitjes. En dat allemaal betekent dat Gamba eens flink gas kan geven, waardoor we al snel met een noodvaart van 75 kilometer per uur door de vlakte “flitsen”. Er laat zich ook hier niets of niemand zien, ook niet als Gamba mijn zetel in de keitjes plant en een lekker bakkie koffie presenteert. Zie hem zitten…..opa zelf……als een vorst in het voorgeborchte van de Mongoolse woestijn Gobi. Gekker kan het niet worden.
De woestijn verandert bij herhaling van zicht en de 4wheeldrive Toyota heeft het zelfs een keer moeilijk….. hij slingert zich moeizaam door het plotseling opduikende rulle zand. Ondertussen loopt de temperatuur in deze woestijn aardig op!
Voor de lunch stoppen we voor een gebouwtje, waarbij ik onmiddellijk denk dat ik niet zoveel honger heb. Maar binnen is het schoon en de lunch gaat er bij opa in als een preek van de dominee bij een ouderling. Na de lunch maken we nog een paar jongetjes van ongeveer 6 jaar blij met een schriftje en een potlood. De knulletjes geven me een High-Five (internationale gebarentaal) en vliegen daarna naar huis om hun buit te tonen. Één van de mannetjes geeft een kusje op zijn potlood….!!
Het gerkamp Gobi Tours is een voltreffer. Het sanitair en de douches zijn naar Europese normen en dus is het nemen van een douche het eerste wat we willen. We moeten immers een halve woestijn van ons afwassen. Jeetje, wat een stof overal! Dit is echt wat anders dan de polders tussen Rilland en Vlissingen!
We stellen al snel vast dat de Mongolen ook in dit kamp niet behoren tot de meest vrolijke vogels der aarde. In ons vooronderzoek werd dit volk afgeschilderd als uiterst vriendelijk. En ja, we zijn er inderdaad een paar tegen gekomen die de ogen wijd opentrokken en glimlachten. Maar over het algemeen ervaren we het tot nu toe als een stug volk, niet benaderbaar, afstandelijk en niet gastvrij! Hopelijk gaan we later meer positieve ervaringen opdoen.
Na het diner gaan we naar “de Flaming Cliffs”, een heel bijzonder gebied dat wel wat weg heeft van een canyon. Sundjee adviseerde ons om op de top van het gebied te zijn kort voordat de zon zou ondergaan. Al wandelend richting dat punt kijken we verbaasd om ons heen. Wat een ongelooflijk prachtig gebied is dit! En op het eind gooit de ondergaande zon zijn warme goudgele stralen op de rode bergwanden. Het is werkelijk in één woord adembenemend. Wat heeft moedertje natuur ons toch ontzettend veel schitterend mooie dingen te bieden. Ik gooi er nog een paar gb’s video tegenaan en ik hoor de Nikon P1000 van Marjolein onophoudelijk klikken. En dan is de zon echt helemaal onder. Einde van een geweldige tocht! Wat is dit een belevenis!
Als we onze 1 kilometer lange terugweg inzetten, komt een viertal andere toeristen gehaast aangerend! Te laat voor de prachtige zonsondergang. Ik heb met ze te doen, maar zeg zachtjes….schade…morgen vielleicht?

Flaming cliffs Gobi woestijn
Donderdag 8 september
We zijn blij met een redelijke tot goede nachtrust en denken met plezier en dankbaarheid terug aan het geweldige bezoek aan “Flaming Cliffs”. Een beeld dat nooit meer van ons netvlies af zal gaan.
Het is negen uur als we vertrekken voor, wat gids ons voorhoudt, de pittigste tocht van de hele vakantiereis. Niet de lengte, maar de staat van de weg zal de tocht zwaar maken! Ik denk gelijk even terug aan alle wegen die we tot nu toe al gehad hebben. En dan kan ik me niet voorstellen dat het erger kan! Ik heb op eerdere wegen mijn adamsappel al eens tussen mijn dunne darm moeten weghalen. En ook heb ik mijn kever al eens moeten scheiden van mijn milt. Zo erg was het tot nu toe met de wegen gesteld! Hoezo nog erger….?
De eerste 75 kilometer vallen enorm mee. Als ik begin te hopen dat het allemaal wel zal meevallen, komt het meest slechte deel van onze aardoppervlak voor onze wielen. Ik weet niet hoe het mogelijk is, maar Gamba weet de locatie van de duizenden putten en gaten uit zijn hoofd. En dat is maar goed ook, want als je dat niet weet, ga je hier 100% zeker verongelukken. Er zijn zelfs kuilen waarbij de linker wand bijna een meter hoger ligt dan de rechter wand. De jeep kreunt als een beer die een Mongoolse massage ondergaat……de veren worden maximaal uitgetrokken als Gamba zijn Toyota centimeter voor centimeter de krater instuurt. Brullend komt het voertuig telkens weer boven, op zoek naar de volgende uitdaging.
Gamba houdt dat een paar uur vol als hij een plek uitzoekt om even te rusten om een bakkie koffie te drinken. Wat is het een heerlijke man.....mijn zetel komt als eerste uit de kofferruimte, gevolgd door kartonnen bekertjes en een thermoskan met heerlijke koffie. Ondertussen genieten we van opnieuw een schitterende omgeving. Ik ben wel een beetje verbaasd. We rijden immers al sinds gisteren in de Gobi woestijn en nog steeds zie ik hier en daar vee grazen! Weliswaar is het voor de dieren een hele reis tussen het ene en het andere graspolletje, maar er groeit hier nog steeds gras. En dat heb ik niet verwacht...in een woestijn! Later zou ik vaststellen dat er in deze woestijn bijna overal voedsel voor de dieren groeit. Ik vraag Dunjee hoe de vegetatie aan water komt. Ze zegt dat deze planten het vocht in de winter opnemen en dat ze het tot in de zomer vast weten te houden.
Als we weer verder trekken attendeer Gamba ons op drie gazelles die een honderdtal meter bij ons vandaan door de woestijn trekken. Ze zijn net voldoende dichtbij om er toch nog mooi een stukje video van te maken. De Nikon van Marjolein ondervindt teveel factoren tussen camera en dieren waarop scherp gesteld kan worden. Jammer, maar een verzoek aan de gazelles om wat dichterbij te komen, wordt verworpen, helaas.
Overigens komen in deze streek ook andere bijzondere dieren voor, zoals bijvoorbeeld de wolf.
En zo rijden we dan ineens in een bergdeel van de Gobiwoestijn, op een hoogte waarvan vrij uitzicht op het vervolg van de woestijn geboden wordt. Voor mijn camera ligt een slingerende grindweg omlaag…..naast de grindweg lopen kamelen te grazen en daarachter ligt een strook zand van 180 kilometer lang en 60 kilometer breed. Daar liggen de “Zingende Duinen” van de Gobi woestijn. Ik kijk naar een bizar beeld: een enorm grote woestijn met daarbinnen een hele grote zandstrook van serieuze proporties. Lengte en breedte gaf ik al, de hoogte nog niet, maar de hoogste duin is 350 meter hoog!
We leggen eerst aan bij het kamp Gobi Erdene en stellen vast dat we deze keer geen Gert hebben, maar een houten huisje. Waardoor we nu niet alleen een eigen toilet hebben, maar ook een eigen douche! Er wordt ons verteld dat we alleen elektriciteit hebben van 19.00 uur tot 23.00 uur. Buiten die uren dus geen stroom! Maar of het allemaal met die stroom gaat lukken, ik moet het nog zien. Die twijfels ontstaan als ik buiten de voordeur een accu zie staan met naar binnen lopende draadjes. Als die accu vier uur het huisje, inclusief een boiler, van stroom moet voorzien….we gaan het zien! Ze weten hier gelukkig niet hoeveel energie wij gebruiken als we eenmaal onze camera's, telefoons, powerbanks,oortoestellen, ipads en andere apparatuur hebben aangesloten....
Dunjee neemt ons mee naar het restaurant waar we van een geweldig goede lunch kunnen genieten. Na de lunch gaan we rusten en ons niet vermoeien, daar de temperatuur in de woestijn nu al is opgelopen tot 32 graden. Dunjee zegt ons om 17.00 uur paraat te zijn voor een ritje naar de duinen. We mogen dan de hoogste duin proberen te beklimmen. Marjolein stelt voor om dan de wandelstokken te gebruiken, maar ik heb zo’n donkerbruin vermoeden dat je met die stokken weinig houvast hebt in het rulle zand.....

in de Gobi woestijn. Op de achtergrond de "Zingende Duinen"
Binnen een paar minuten rijden we even over vijven het duinengebied in. Daar waar we in Nederland duinen hebben, hebben ze hier echt duinen. Kilometerslang (180) ligt de gele duinenrij tegen de donkere bergen op de achtergrond. Bizar mooi en bijzonder. En ondanks dat er volgens Sundjee eigenlijk te weinig wind staat, horen we de duinen daadwerkelijk zingen. Een diepe, warme baritontoon, als die van een voormalige vermaarde GOV-zanger, klinkt zacht, maar duidelijk rond de duinen. Meen ik daar de tonen uit Der Zigeunerbaron te herkennen?
Enkele toeristen sjouwen naar het hoogste punt van de duinen. Slimmeriken doen dat door een spoor te kiezen dat schuin omhoog loopt. Anderen gaan rechttoe-rechtaan en moeten op het laatst op handen en voeten hun weg vervolgen.
Ach, een jaar of tien geleden zou ik er ook aan beginnen, maar nu beperken Marjolein en ik ons tot de eerste dikke 100 meter. Dan gaan we zitten genieten van een ongekend mooie omgeving. Natuurlijk, duinen zijn duinen, maar…..ik krijg het niet uitgelegd. Misschien dat de foto’s helpen, maar een foto brengt nooit de daadwerkelijk sfeer over. Laat dus maar, weet dat wij genieten voor jullie allemaal…..graag gedaan en tot morgen. Dan gaan we naar een rivier, gaan we naar een lokale familie en gaan we een ritje op een kameel maken. Ik hoop dat het beest dat voor mij bestemd is, zich bij mijn aankomst geen bult schrikt.

Dubbele schoonheid met ook de duinen
Vrijdag 9 september
De kameel kijkt me schaapachtig aan. Voorzichtig trekt hij zijn lip op ten teken dat ik dicht genoeg ben gekomen. Althans, dat denk ik, want even later zal blijken dat de kamelen hier beduidend vriendelijker zijn dan de dromedarissen in bijvoorbeeld Egypte en Jordanië.
Maar eerst worden we op deze nieuwe reisdag verwelkomd bij een in de Gobiwoestijn wonende familie. We drinken in hun ger de beroemde (of beruchte) thee met melk (van koeien, geiten, kamelen of paarden) en vinden het al beter smaken dan de allereerste keer dat we het dronken. Van de lekkernijen die erbij worden aangeboden nemen we slechts een heel klein beetje. We wisselen cadeautjes uit en vooral de twee kinderen zijn heel blij met kleurtjes en een kleurboek.
Dan is het tijd om een kamelentocht te gaan maken. Van het twintigtal kamelen dat deze mensen rijk zijn, worden er twee rijklaar gemaakt. Eerlijk, tussen twee bulten voelt het veiliger aan dat op één. Als een volleerd kamelenrijder schuif ik mee in de a-ritmische beweging van de viervoeter als deze opstaat. Je moet je echt goed vasthouden, anders ga je via zijn lange nek over een soort van glijbaan richting de woestijnbodem. Ook Marjolein komt simpel omhoog en beiden ervaren we dat deze kamelen verdraaid hoog zijn! Je moet er dus echt niet af kukelen, want dan zal de keiharde woestijnbodem voor nare gevolgen zorgen! En een parachute aandoen is ook weer zowat. Zó hoog zijn ze nou ook weer niet!
We rijden zo’n half uurtje door deze prachtige woestijn en Zunjee hanteert in deze de camera. Vooral ook om het nageslacht later nog eens te laten lachen, want zeker in de eerste meters ziet het er niet uit. Ik hoor de achterblijvende groep kamelen zachtjes grinniken. Al gauw gaat het beter en als een uitgeleerde kleuter op zijn eerste fietsje steek ik mijn handen de lucht in: “Kijk eens, ik kan al zonder handjes”. Het afstijgen gaat ook aardig, alhoewel mijn benen een beetje stijf aanvoelen en één ervan krijg ik niet over de achterste bult! Gelukkig draait de camera niet, dus zal het nageslacht hier niet over schaterlachen. Een glimlach volstaat…
Hierna brengt Gamba ons naar een gebied dat amper een paar kilometer verderop ligt. Als we een paar rotspartijen zijn overgestoken verandert het eigenlijk desolate landschap in een uitermate groen gebied. Logisch, rondom een rivier is het altijd vruchtbaarder. De Toyota ploegt zich over de ongelijke bodem van de rivier naar de overkant. Het waterpeil van de rivier is vrij laag. Dunjee zegt dat het water vooral in de lente een beetje hoger staat als het sneeuwwater rijkelijk uit de bergen naar beneden komt. Overigens, de Gobiwoestijn ligt verrassend genoeg nog op een hoogte van bijna 1600 meter boven de zeespiegel!
Ik probeer, ook voor het nageslacht, de pracht van het landschap op video te krijgen. Stel je voor waar ik naar kijk: op de voorgrond een kronkelende rivier, daarachter een super groen landschap, daarachter weer felgele duinen. En dat alles wordt helemaal achteraan voltooid met de donkere, grijze bergketen. Mooi! Heel mooi!
De rest van de dag hebben we rust. En dat komt best goed van pas. Het is zeker een hele mooie reis, maar de reiskilometers maken het allemaal knap pittig.

De Gobi en Marjolein
zaterdag 10 september
Ik opteer voor een kort verslag deze keer. Waarom? Het is een iets minder leuke dag. Het begint bij het vertrek, als Gamba zijn auto niet gestart krijgt. Hij heeft de hele nacht iets in de auto aan laten staan en dat heeft de batterij compleet leeg getrokken. Dat heeft ook alles te maken met het feit dat Gamba iedere nacht in zijn auto blijft slapen. Hij noemt dat “hotel Gamba”, hij voelt zich in een ger opgesloten, daar waar hij gezellig met een leuke meid van 19 kan bivakkeren. Nee, ik bedoel daar echt niks mee, die twee kunnen het ondanks hun grote leeftijdsverschil (19/55) prima met elkaar vinden. Maar Gamba duikt dus iedere avond in hotel Gamba.
Een Russische chauffeur van een soort volkswagenbusje (Russen en Koreanen laten zich daarin hier rondtoeren….hoe die er uit komen…..) brengt met dertig sleutelomslagen zijn “auto” aan de praat, waarna een startkabel de problemen oplost.
Marjolein heeft al enkele dagen een energielevel dat vandaag in de min daalt. De lieverd zit er echt een beetje door! Gids Sundjee zit ook zo’n beetje aan haar taks en dat is ook weer niet zo verwonderlijk voor zo’n jonge meid die veel energie nodig heeft voor haar job. Ook voor haar wegen de dagen zwaar! En dan heeft de reisorganisatie voor vandaag ook nog eens de allerslechtste route uitgestippeld. Hoe moet ik deze “weg” beschrijven….het is één groot drama en al snel voel ik iets wat ik al zo’n 50 jaar niet meer heb gevoeld: wagenziekte. Terwijl ik een reispilletje achter mijn kiezen had geduwd! Ik kan nog net een beetje genieten van een verkopertje dat met een tafel vol stenen midden in een steppengebied aan de kant van de weg staat. Nou ja, kant van de weg….de weg heeft hier bermen van 200 kilometer breed! Maar het mannetje staat er! Waarachtig! Zo maar ineens, in de hele wijde omgeving geen kip, geen geit, geen kameel te zien. Leg het maar uit! Marjolein is een stenenliefhebber (iedereen heeft recht op een afwijking, zeg ik dan maar) en ze koopt warempel een prachtige steen.
Met die buit komen we, weer in een totaal door God verlaten land, in een dorpje, waar we een uur in de rij mogen wachten om een tafeltje te pakken te krijgen. Alle toeristenbegeleiders leggen hier aan, want er is in de weide omgeving geen enkel ander tentje te vinden. Ik ben dus wagenziek en blijf daarom in de auto liggen wachten tot we kunnen “aanvallen”. Daar lig ik dan…..in een bloedhete woestijn in een zwarte auto….ik heb betere momenten gehad. En dan mikken ze in dat tentje ook nog gebakken kip met chips op mijn bord! Ik laat niet zo snel eten staan, maar nu konden ze toch een serieuze lunch bij de kamelen brengen. En toch, een ibuprofennetje en een colaatje om onze Hollandse landbouwers luidruchtig te eren en ik ben weer het mannetje.
Gamba stopt vandaag om het uur. Het is duidelijk dat ook hij het lastig heeft. Maar toch, in de namiddag komen we aan in het kamp Khanbogd in Yoliin am. Het is met voorsprong het beste kamp tot nu toe met een degelijke Ger, uitstekende toiletten en super douches. En het diner later op de dag is van uitstekende kwaliteit!
Er staat voor vanmiddag een wandeling op het programma en we slepen onze vermoeide ledematen naar het begin van de wandeling. We stappen een diepe kloof binnen in het op 2000 meter hoogte gelegen landschap. In deze kloof blijft het winterijs van een gletsjer liggen tot ver in de zomer, maar helaas is die tijd voorbij.
Het is voorwaar een prachtig soort canyon en we lopen er zo ver mogelijk in. De canyon is 5 kilometer diep, maar dat halen we niet. Op een bepaald moment maak ik pas op de plaats. De stenen waarover we moeten klauteren zijn glad door het kleine riviertje dat zich een weg naar beneden baant. Ik wil geen risico nemen, Marjolein pakt nog een extra bochtje, maar ze merkt al snel dat het niet veel extra’s oplevert. We wandelen terug en zien de vier wilde geiten niet meer die we op de heenweg zijn tegengekomen. Dat is volgens de insiders hier heel bijzonder. De gids vertelt dat de wilde geiten niet meer kunnen eten als ze echt oud zijn geworden. Dat is voor hen het moment om helemaal naar boven in de bergen te klimmen om een hoge rots te zoeken. Daar springen ze dan naar beneden en op die manier beëindigen ze zelf hun leven..
Enfin, de prachtige wandeling van vandaag maakt, ondanks het geitenmineurtje heel veel goed van de wankele eerste helft van deze dag.

Canyon Yoliin am
zondag 11 september
Je merkt aan alles dat we naar het einde van de vakantie aan het toewerken zijn. We gaan aan de terugreis naar Ulaanbaatar beginnen. Het eerste stuk vandaag naar Erdene Ukhaa gerkamp in Bagaa Gazryn Chili is om en nabij de 350 kilometer, waarvan de eerste 300 over een goed verharde weg gaan. Niet dat je dan door kunt jassen, want voor het je weet steekt er een paard, een koe of een kameel over. Onderweg zien we dan ook enkele doodgereden dieren liggen! De uitgestrektheid maakt weer bijzonder indruk op me, maar ook de vermoeidheid neemt per dag grotere vormen aan. Nee, ik wil het niet verzwijgen, Mongolië heeft ontzettend veel mooie dingen te bieden. Alleen liggen die mooie dingen ontzettend ver uit elkaar en moet je halsbrekende reistoeren uithalen om er te geraken.
De lunch krijg ik niet naar binnen gewerkt, ik heb er geen trek in.
En dan hebben we het ergste nog niet gehad. De laatste vijftig kilometer duikt Gamba met zijn loeiende machine weer zo’n tweedehands kratergebied in. Fasten your seatbelt again! Echt, dat heb je soms nodig, wil je niet met je knar tegen het dak of tegen een raam aan knallen.
Plotseling ervaar ik iets bijzonders. Eerst staat de zon me recht in het gezicht aan te kijken, dan heb ik de zon in mijn nek…..dan van links, dan van rechts. Gamba kijkt voortdurend de velden in. Geloof het of niet, maar plotseling gooit hij het stuur om en duikt pardoes de steppen in. Dat hoeft nog niet echt een nadeel te zijn, want die steppen zijn echt veel egaler dan de kraterwegen. Maar ik besef dat Gamba het padje kwijt is! Zo aan zijn gezicht te zien alleen letterlijk. Gamba is aan een puzzelrit begonnen in een steppengebied waar je soms urenlang geen kip tegenkomt. Gamba rijdt naar een heuveltop en als een volleerde Mongoolse Winetou overziet hij de steppe. Daar! Daar staat verderop een ger. En daar gaan we weer…..we bereiken de ger en een vrouwtje komt naar buiten. Ze wijst in een bepaalde richting. In de verste verte is er helemaal niets te zien. Enfin, even later flitsen we weer door de steppe en dan ik zit eigenlijk te wachten op een klapband. De rotsen die verspreid over het gebied liggen, zijn zo te gebruiken om er een gevaarlijk steekwapen van te maken. En daar raust hij overheen!
En dan ineens staat er, net na de zoveelste heuvel, een soortje pipowagen! Je zou toch zeggen….een fata morgana misschien, maar nee, hier woont iemand in een pipowagen! De bewoner weet Gamba weer op de goede weg te krijgen. Nou ja, “weg”….Gamba manoeuvreert op een zeker moment zijn Toyota over een bergtop en ik overdrijf nu echt niet als ik zeg dat hij de banden centimeter voor centimeter over de echt heel puntige rotsen avant de heuveltop schuift. En bij iedere centimeter kantelt de Toyota weer en andere kant uit en hangen wij telkens in een ander standje in de autocabine!
En dan staat er ineens een hele mooie tempel in de steppe. Een tempel met een ger voor de daar levende paar monniken en een paar extra gers voor de paar gezinnen die er in deze woestenij bij zijn komen wonen. Bizar! Bij de tempel staat een man, mogelijk monnik, en die moet vast en zeker ooit de eerste prijs in Mongolië hebben gewonnen voor het grootste chagrijn. Wat een naar mannetje. We mogen de tempel niet in, want die is pas schoongemaakt. Uiteindelijk mogen we vanuit de deur even kijken, maar zeker geen foto’s maken. En geloof me, ik meen heel even gezien te hebben dat Boeddha zachtjes met zijn hoofd schudde…..prutser, lijkt hij te zeggen.
Na deze tempel pakken we nog een paar kleine hindernissen en komen we in ons kamp aan. Het is een mooi kamp en al gauw lig ik op mijn bed in de ger die ons is toegewezen. Ik heb nooit geweten dat vermoeidheid zoveel impact op mijn eetgedrag heeft, want ik sla nu ook al het diner over. Misschien iets om over na te denken bij mijn volgende poging om gewicht in te leveren……
Morgen gelukkig een rustig dagje in de buurt. We kunnen gaan wandelen, want er zijn hier prachtige rotspartijen. Vraag dat maar aan de banden van Gamba’s Toyota. Overmorgen rijden we dan naar Ulaanbaatar, een ritje over een paar honderd kilometer. Over alleen maar een (snel)weg. Dan hebben we ‘s avonds nog een theatershow met de bekende keelzangers, een heel bijzondere techniek die in feite alleen in dit land wordt gebruikt.
En daarna terug naar huis…beetje bijkomen….

beeld bij tempel in de steppe
maandag 12 september
Rust….rust…rust….er staat vandaag een korte trip naar een berggebied op het programma. Ik besluit om niet mee te gaan, het is mijn inziens een opvullertje voor de reis naar Ulaanbaatar. Marjolein gaat wel mee en maakt mooie foto’s van inderdaad een mooi gebied.
Bij het diner dank ik voor een deel van het eten. Ik heb er gewoon geen zin in. De vermoeidheid speelt daar een grote rol in, maar ik ben ook die bergen vlees nu echt wel hartstikke zat!
Een van de in het restaurant werkende dames hoort van mijn vermoeidheid en bijkomende kwaaltjes en biedt me als voormalig ziekenhuismedewerkster aan om me te masseren.
En daar gaat ze. Het is duidelijk dat ze dit meer doet, want ze knijpt in mijn nek en rug alsof ze een enorm groot brood moet kneden. Zo! Die pakt door.
Ik heb niet echt altijd zoveel op met dat hocus pocus gedoe, maar het lijkt er wel op alsof ze wat energiebanen heeft gestimuleerd. Al snel voel ik lichte verbetering….of wil ik het voelen? Ik houd het op het eerste.
We duiken op tijd het mandje in voor de laatste rit van morgen!
Dinsdag 13 september
Het is 02.30 uur. De bijna volle maan gooit haar gouden licht over de steppe! Is dat geen mooie zin die past in een zware, maar toch zeker ook mooie vakantie? Die zin zou van een echte poëet kunnen komen, maar hij komt van mij.
Midden in de nacht moet ik plassen en gewapend met onze sterke zaklamp zoek ik mijn weg naar de toiletgroep. Dan zie ik dus de maan boven de steppe hangen en weer overkomt het me. Hoe gezegend kan zelfs een doodmoe mens zijn als hij beseft dat hij zoveel mooie landen op deze wereld heeft mogen bezoeken! Tevreden duik ik onze ger weer in en weldra ben ik terug onder zeil.
De dames van het restaurant menen dat het goed voor ons is om de dag te beginnen met een fijne broccolisoep. En geloof het of niet, maar die is lekker….!!
En zo gaan we welgemoed naar Ulaanbaatar. De eerste 50 kilometer hobbelen we over een gelukkig niet al te slechte kraterweg, maar het duurt toch bijna 1,5 uur voordat we een snelweg bereiken. Gelukkig heeft de extra rustdag en de massage van gisteren erg goed gedaan en we genieten weer volop van het prachtige gebied. En zo lopen we rond enen de stad Ulaanbaatar binnen….hosternokke, wat is het hier een zootje! Druk! Druk! En chaos! Een in het verleden heftig door vele auto’s beminde stadsbus probeert een nieuwe deuk in zijn karkas te krijgen door zich wild van de ene baan in de andere te rammen. Ik dacht even: “Die is gek”, maar ik kwam er heel snel achter dat, als je hier heer in het verkeer bent, je gelijkertijd je echtscheiding kunt aanvragen. Want dan kom je nooit meer thuis! Tot nu toe is Hanoi voor mij de meest belachelijke stad op gebied van verkeer. Ulaanbaatar is nu een hele goed tweede. Een gestoorde verkeersstad!
Sunjee neemt met ons het vertrekprogramma voor morgen door. Onze vlucht is verschoven van 08.40 naar 12.05 uur. De afstand van het hotel naar het vliegveld is 14 kilometer, maar toch worden we al om 07.00 uur opgehaald. De verwachting is reëel dat we door deze belachelijke mierenhoop (die nooit ophoudt) 3 uur doen over die 14 kilometer.
We nemen wat later op de dag een lunch bij de Koreaan, doen wat boodschappen, waarna we door Sunjee naar een theater worden gebracht. Het is een theater waar vooral Marjolein graag heen wil om de speciale zangtechniek, de keelzang, te horen. En dit theaterbezoek wordt de kers op de vakantietaart! Wat een show! Via schitterende zang, prachtige kledij, angstaanjagende acrobatiek en adembenemende dans kijken we naar een voorstelling die zijn weerga niet kent! Overdrijf ik! Absoluut niet. Ik weet dat ik die neiging wel eens heb, maar nu niet! De zang (vooral de keelzang) emotioneert me erg, de acrobatiek doet me de adem inhouden en de dansers zijn van ongekende kwaliteit. Het hele arsenaal aan prachtige authentieke Mongoolse kleding wordt gebruikt. Het is te bizar voor woorden. Zo mooi!
Echt een beetje ondersteboven komen we na de voorstelling in het hotel aan. En hier nemen we afscheid van Sunjee. Het afscheid van Gamba een paar uur eerder was al bijzonder, maar nu bleek er de afgelopen 14 dagen toch iets bijzonders te zijn ontstaan tussen een Hollands stel en een twintigjarig meisje dat door het vroege verlies van haar beide ouders werd opgevoed door haar grootouders. Nee, dat is natuurlijk niet professioneel van de gids. Maar is ze slechts 20 jaar, heeft haar werk 100% goed uitgevoerd, maar is toch geraakt door mensen die, zeker gelet op de leeftijd, haar vader en moeder hadden kunnen zijn. Eventjes maar niet professioneel dan. Dank je wel, lieve Sunjee!
Morgen naar Frankfurt, hoteltje in, overmorgen met de NS naar Goes. Vamos!
En hier eindigt de blog voor deze keer. We hebben weer enorm genoten. Alleen hebben we nog nooit zo een zwáre reis gehad. We gaan dus even wachten tot alle emoties zijn gaan liggen, om dan pas antwoord te vinden op de prangende vraag: wegen de prachtige zaken van Mongolië op tegen de benodigde forse inspanningen om ze daadwerkelijk ook te ervaren? Misschien horen jullie het antwoord ooit nog eens een keer!
Dank voor de aandacht,
Eddie en Marjolein

Tsjagaan lavai ensemble teatervoorstelling